Een belangrijk deel van Mindfulness Based Cognitive Theory, is de cognitieve gedragstherapie. Hierin komen ook zogenaamde cognitieve fouten, oftewel denkfouten, aan bod. Denkfouten (Engels: cognitive distortions) zijn gedachten die ervoor zorgen dat mensen de werkelijkheid niet goed waarnemen. Het is een irrationeel denkpatroon dat aan de bron kan liggen van psychisch disfunctioneren. De Amerikaanse psychiater Aaron T. Beck stond aan de basis van de theorie van deze denkfouten binnen de cognitieve therapie. De meeste mensen maken wel eens een denkfout, dat is ook geen probleem. Alleen als het structureel is en gedachten automatisch worden, kunnen wel problemen ontstaan.
Denkfouten leiden tot negatieve emoties
Deze negatieve gedachten kunnen bijdragen aan het niet lekker in je vel zitten tot uiteindelijk zelfs een depressie. Deze gedachten verlopen vaak helemaal automatisch en zijn als het ware ‘ingesleten’ in je hersenen. Omdat ze ingesleten én automatisch zijn is het ook lastig ze te veranderen. Het veranderen van deze denkfouten zijn een belangrijk deel van cognitieve gedragstherapie (CGT). Het herkennen van deze denkfouten bij jezelf kan een eerste stap zijn om deze gedachten minder invloed te laten uitoefenen op je welbevinden, en kan ervoor zorgen dat je minder gaat piekeren. Daarom hieronder een overzicht met de belangrijkste type denkfouten. Let wel, het gaat hier niet over logische denkfouten, maar fouten in het automatisch denken.
Belangrijkste type denkfouten
Altijd gelijk hebben
Het fout hebben is ondenkbaar voor je. Deze denkfout wordt gekenmerkt door actief proberen te bewijzen dat jouw gedachten juist zijn en waar je soms prioriteit geeft aan eigenbelang boven de gevoelens van anderen.
Voorbeeld: in een discussie wil jij het laatste woord om jouw gelijk er doorheen te drukken.
De schuld geven
Je houdt andere mensen verantwoordelijk voor de schade die jij veroorzaakt.
Voorbeeld: iemand verwijt zijn echtgenote volledig hun huwelijksproblemen, in plaats van naar de eigen inbreng te kijken.
Diskwalificeren van het positieve
Je wuift positieve gebeurtenissen weg, hecht er geen belang aan.
Voorbeeld: wanneer je een compliment krijgt wijs je dit van de hand, je gelooft dat ze onverdiend zijn en interpreteert het compliment automatisch als een poging tot vleierij of als een gevolg van naïviteit.
Emotioneel redeneren
Je gaat ervan uit dat negatieve gevoelens de ware aard van dingen laat zien. Je denkt dat iets waar is, uitsluitend gebaseerd op een (negatief) gevoel.
Voorbeeld: je voelt je angstig, je moet je dus ook wel in gevaar bevinden.
Denkfout van verandering
Als je leeft volgens de denkfout van verandering, denk je dat je alleen gelukkig zou zijn wanneer anderen zouden veranderen. Alleen dan wordt je gewaardeerd, geliefd, ondersteund, bekwaam, gemotiveerd, etc.
Voorbeeld: als mijn partner zou veranderen, zou alles goed komen tussen ons.
Valse eerlijkheid
Dit is als je de overtuiging hebt dat het leven eerlijk moet zijn en bijvoorbeeld boos wordt als er iets voorvalt wat in jouw ogen niet eerlijk is. De denkfout van valse eerlijkheid komt vaak tot uiting in voorwaardelijke aannames:
Voorbeeld als hij van me hield, zou hij de afwas doen.
Mentaal filteren of selectief abstraheren
Je focust je helemaal op de negatieve elementen van een situatie en sluit het positieve uit. Ook hebt je de neiging om informatie te filteren die niet voldoet aan jouw bestaande overtuigingen.
Voorbeeld: na het geven van een presentatie, concentreer je je alleen op een enkele kritische opmerking en negeert wat juist wél goed ging.
Conclusies trekken
Je trekt snel voorbarige conclusies die meestal negatief zijn, zonder of met weinig bewijsmateriaal. Er zijn twee specifieke subtypen:
Gedachten lezen: het afleiden van iemands mogelijke of waarschijnlijke (meestal negatieve) gedachten uit zijn of haar gedrag en non-verbale communicatie.
Voorbeeld: een student veronderstelt dat de lezers van zijn scriptie vooringenomen zijn over het onderwerp en vindt daarom het schrijven bij voorbaat zinloos.
Waarzeggerij: voorspellen van uitkomsten (meestal negatief) van gebeurtenissen.
Voorbeeld: als je voor een proefwerk bij voorbaat al het idee hebt dat het een mislukking wordt, terwijl je eigenlijk goed voorbereid bent.
Stigmatiseren
Een vorm van over-generalisatie; als je iemands handelen toewijst aan zijn personage in plaats van een eigenschap.
Voorbeeld: in plaats van te geloven dat je een fout hebt gemaakt, geloof je dat je een verliezer bent, omdat alleen een verliezer zo’n fout zou maken. Of iemand die een slechte eerste indruk heeft gemaakt, beschouwt zichzelf als een ‘eikel’, ongeacht alternatieve, extrinsieke factoren.
Overdrijven en minimaliseren
Als je een relatief groter gewicht geeft aan een falen, zwakte of dreiging. Of wanneer je juist minder gewicht geeft aan een succes, kracht of kans.
Voorbeeld: een tiener durft geen autorijlessen te nemen omdat hij gelooft dat hij een ongeluk zou veroorzaken.
Overgeneraliseren
Overhaaste generalisaties maken zonder voldoende bewijs. Een brede conclusie trekken uit een enkel incident of een enkel bewijsstuk. Zelfs als er slechts één keer iets ergs gebeurt, is de verwachting dat dit steeds weer gebeurt.
Voorbeeld: een vrouw is eenzaam en brengt het grootste deel van haar tijd thuis door. Haar vrienden vragen haar soms te eten om nieuwe mensen te ontmoeten. Ze voelt dat het nutteloos is om het zelfs te proberen. Niemand zou haar echt leuk kunnen vinden.
Personaliseren
Wanneer je je persoonlijk verantwoordelijkheid voelt – inclusief de daaruit voortvloeiende lof of schuld – aan gebeurtenissen waarover je eigenlijk geen controle hebt.
Voorbeeld: een moeder wier kind het op school moeilijk heeft, geeft zichzelf de schuld dat ze een slechte moeder is, omdat ze gelooft dat haar gebrekkige opvoeding verantwoordelijk is voor de problemen van haar kind. In feite kan de werkelijke oorzaak totaal anders zijn.
Moeten of zou moeten gedachten
Je hebt een vastomlijnd idee over hoe jij en/of anderen zich zouden moeten gedragen en vervolgens vel je een uitermate negatief oordeel als er niet aan die verwachting wordt voldaan.
Voorbeeld: Het is heel erg dat ik het fout gedaan heb, want ik zou het altijd goed moeten doen.
Splitsen / alles-of-niets-denken / zwart-witdenken
Het jezelf beoordelen, evenals gebeurtenissen in het leven in extreme bewoordingen. Het is goed of slecht, zwart of wit, niets daartussenin. Zelfs kleine onvolkomenheden lijken ongelooflijk gevaarlijk en pijnlijk.
Voorbeeld: wanneer ik niet als eerste over de finish kom, had ik net zo goed niet mee kunnen doen.
Denkfouten herkennen bij jezelf
De meeste mensen maken wel eens een denkfout en dat is op zich ook geen probleem. Zolang het maar niet structureel is, of zorgt dat je in een negatieve spiraal komt. Als je een denkfout bij jezelf herkent en bewust wordt dat het een denkfout is, doet dat afbreuk aan de uitwerking van de gedachte. Het is zinvol om je gedachten te onderzoeken om te kijken hoe rationeel ze zijn. We denken vaak dat we rationeel denken, maar we zijn irrationeler dan dat we denken!